• Beleggers hoopten deze week dat Amerikaanse inflatiecijfers een verdere afkoeling zouden laten zien. Dat bleek echter niet het geval.
  • Komende week wordt het daarmee spannend of de Amerikaanse centrale bank de rente nog wat verder verhoogt.
  • Beursexperts Gökhan Erem en Michael Nabarro laten zien wat belangrijke koersniveaus zijn om op te letten voor de rente en de aandelenmarkt.

ANALYSE – Beleggers keken deze week vooral uit naar nieuwe Amerikaanse inflatiecijfers. De markt probeerde daarbij onderbouwing te vinden om te kunnen stellen dat de Amerikaanse centrale bank klaar zou zijn met het verhogen van de beleidsrente. Dit met het achterliggende idee dat het gunstig is voor aandelen als de piek van de cyclus van renteverhogingen is bereikt en er mogelijk geanticipeerd kan worden op lagere rentes.

Voorwaarde voor dit alles was wel dat de inflatiecijfers verdere afkoeling zouden laten zien en idealiter ook nog eens lager dan verwacht zouden zijn. Echter, de realiteit bleek anders.

We tonen hieronder de ontwikkeling van respectievelijk de Amerikaanse consumentenprijsindex en de index van producentenprijzen.

Als eerste nemen we de consumentenprijsindex, de bekendste maatstaf voor de inflatie. We kijken naar de procentuele ontwikkeling op maandbasis, waarbij augustus 2023 een plus liet zien van 0,6 procent vergeleken met juli.

Consumentenprijsindex VS


source: tradingeconomics.com


Vervolgens nemen we de index voor producentenprijzen, opnieuw met de ontwikkeling op maandbasis, waarbij augustus een plus van 0,7 procent liet zien vergeleken met juli.

Producentenprijsindex VS


source: tradingeconomics.com

Wat in beide reeksen opvalt, zijn in ieder geval twee dingen. Als eerste dat de dip van de zomer van 2023 achter ons lijkt te liggen en ten tweede dat de cijfers van augustus tot de hoogste van de afgelopen twaalf maanden behoren.

In onze bijdrage van twee weken geleden signaleerden we dat de recente arbeidsmarktcijfers in de VS weliswaar diffuus zijn, maar dat beleggers niettemin naarstig op zoek waren naar tekenen van een afzwakking van de Amerikaanse arbeidsmarkt. Dat zou immers voeding geven aan het idee dat de Federal Reserve de beleidsrente niet verder gaat verhogen.

Kon je in het Amerikaanse arbeidsmarktrapport voor de maand augustus nog positieve en negatieve dingen zien, de inflatiecijfers van deze week wijzen er simpelweg op dat de inflatoire prijsontwikkelingen nog altijd opspelen.

Hoezo is dat goed en waarom zou de Federal Reserve dan een klaar zijn met het verhogen van de beleidsrente? Vergeet in dit verband niet dat de olieprijs de afgelopen weken gewoon verder is gestegen, waardoor je niet direct positief hoeft te worden over de inflatiecijfers die we de komende twee maanden te zien krijgen.

De optimisten zeggen dan: de Federal Reserve moet bijspringen als de economie serieus verzwakt, dus gaan we binnenkort renteverlagingen zien. Leuk gedacht, maar dan moet het eerst wel erger worden en moet er een serieuze recessie ontstaan. Laat dat nou net de boodschap zijn die op de obligatiemarkt wordt afgegeven door de omgekeerde rentecurve, waarbij kortlopende staatsrentes al een tijdje hoger zijn dan langlopende rentes.

Evengoed, komende week zijn de ogen gericht op de rentevergadering van de Federal Reserve. Al je ervan uitgaat dat de Europese Centrale Bank nooit te veel afwijkt van de Federal Reserve en weet dat de ECB deze week toch gewoon de beleidsrente heeft verhoogd...

Technisch beeld: trend van stijgende rente

Tot zover de macro-economische bespiegelingen. Hieronder kijken we met een technische blik naar de marktontwikkeling in de afgelopen twee weken.

We kijken net als twee weken geleden naar de Amerikaanse obligatie- en de aandelenmarkt, ten einde voortschrijdend inzicht te ontwikkelen.

Om te beginnen tonen we de koers van de 10-jaars staatsobligatie in de VS, die tegengesteld beweegt aan de 10-jaars rente.

Vergeleken met twee weken geleden is de koers wat verder gedaald, waarbij de 10-jaars staatsrente is gestegen tot 4,3 procent. Dat is in lijn met de verwachting die we in onze bijdrage van twee weken geleden uitspraken.

Hiermee is wat de koers van de 10-jaars staatsobligatie betreft, een lagere top binnen de cyclus van lagere toppen en bodems gerealiseerd. Een nieuwe aanval op de onderzijde van de range vanaf september vorig jaar (horizontale lijn in de grafiek) vindt nu plaats.

Daarbij geldt dat bij een duikeling van de koers onder de onderste horizontale lijn, de 10-jaars rente omhoog kan schieten naar 4,5 tot 5 procent. Kortom, het technische beeld duidt erop dat er geen reden is om aan te nemen dat het klaar is met de rentestijgingen.

Ondersteuning hiervoor zie je in de grafiek ook bij rode zone onderin, die een zogeheten bear market-fase weergeeft. Deze is onveranderd actief sinds afgelopen mei, toen de neerwaartse koerstrend werd gestart.

Opwaartse trend S&P 500 voor langere termijn, maar momentum verslapt op korte termijn

Dan de aandelenmarkt, waarbij we naar de brede S&P-500 index kijken. Ook hier geldt dat de markt in de pull back-modus was geraakt.

Zoals we in onze bijdrage van twee weken geleden aangaven, ging het eerder om een poging tot de vorming van een lagere top dan dat het momentum wees op een opmars richting nieuwe hoogtepunten.

Voor de S&P 500 geldt nog steeds dat de primaire trend (die je hier niet ziet), alsook de secundaire trend beide opwaarts zijn gericht. Echter op tertiair niveau is een correctie gaande.

Inmiddels wordt hierbij langzamerhand een lagere top gevormd, waardoor een aanval op de tweede horizontale lijn in de grafiek in de lijn der verwachting komt te liggen.

Ook hier zien we een bear market-range in het onderste gedeelte van de grafiek, die met rood is gearceerd. Voor de condities die in een opwaarts gefocuste markt gelden, zoals eerder dit jaar het geval was, is een groene arcering aangebracht.

De conclusie vergeleken met enkele weken geleden is niet veranderd: onder de grofweg 4.300 punten en een beetje kun je een aanval op de 4.200 punten verwachten. Dan wordt het spannender, want bij een daling van de S&P 500-index onder de 4.200 punten, en dus ook onder het 200-daags koersgemiddelde, is het echt mis.

Het momentum van de S&P 500 is duidelijk verzwakt. Gegeven de flinke koerswinst die deze index in de eerste helft van dit jaar heeft geboekt, doemt de vraag op wie het de komende maanden aandurft om meer geld in aandelen te steken.

We sluiten af met een combinatie met twee oneliners: “Dont fight the Fed” en, als je bovenstaande allemaal gelezen hebt: “Do you feel lucky punk”. Dit alles met een knipoog uiteraard.

Michael Nabarro, Chartered Market Technician (CMT), Gökhan Erem, ook CMT, zijn onafhankelijke beleggingsspecialisten die beide meer dan 25 jaar werkzaam zijn in de financiële sector. Met gedegen kennis en ruime ervaring bedienen zij professionele en particuliere beleggers aan de hand van hun methodisch onderbouwde, actieve beleggingswijze.

Deze column bevat meningen en bevindingen van de auteurs. De financiële waarden die in dit schrijven genoemd worden kunnen onderdeel uitmaken van de beleggingen van de auteurs als ook van hun relaties.

Deze column is niet bedoeld als advies in enige vorm en dient als niet-gepersonaliseerde informatie over de financiële markten.